maart 15, 2024

De installatie van laadpalen is slechts het begin; de echte uitdaging voor een facility manager ligt in het beheersen van de operationele kosten en technische risico’s.

  • Een correcte dimensionering van uw netaansluiting en slim beheer (load balancing) zijn cruciaal om stroompannes en dure netverzwaringen te vermijden.
  • Fiscale voordelen zijn gebonden aan strikte voorwaarden. Een verkeerde keuze in laadpaal of configuratie kan u duizenden euro’s aan aftrek kosten.

Aanbeveling: Begin niet met de keuze van de laadpaal, maar met een grondige audit van uw elektrische capaciteit en een duidelijke strategie voor kostenverrekening.

Als facility manager staat u voor een groeiende uitdaging: de vraag naar laadmogelijkheden voor elektrische wagens op de bedrijfsparking explodeert. Medewerkers, bezoekers en het management verwachten een moderne, functionele laadinfrastructuur. De verleiding is groot om snel enkele laadpalen te bestellen om aan de vraag te voldoen. Het promoten van een groen imago en het aantrekken van talent zijn immers belangrijke voordelen.

Maar een succesvolle implementatie gaat veel verder dan de aankoop. De echte test voor een facility manager ligt in het anticiperen op de operationele realiteit. Wat gebeurt er als tien wagens tegelijkertijd laden? Wie betaalt de stroom van een bezoeker die de hele dag ingeplugd blijft? En hoe garandeert u dat de beloofde fiscale voordelen ook effectief worden gerealiseerd? Zonder een doordachte strategie kan een veelbelovende investering snel veranderen in een operationele en financiële hoofdpijn.

Dit is geen algemene brochure, maar een operationele gids. We duiken in de concrete vragen die u ’s nachts wakker houden. In plaats van te focussen op de ‘waarom’, beantwoorden we de ‘hoe’: hoe beheert u de kosten, hoe vermijdt u technische problemen, en hoe navigeert u door de complexe Belgische wetgeving? Zo bouwt u een laadinfrastructuur die niet alleen werkt op dag één, maar ook efficiënt en rendabel blijft op de lange termijn.

Nu de basis gelegd is, kunt u zelfs nieuwe beheermodellen overwegen. De volgende video illustreert hoe het delen van ongebruikte parkeerplaatsen een extra inkomstenbron kan worden, een interessante optie zodra uw laadinfrastructuur operationeel is.

Om u te helpen bij het nemen van de juiste beslissingen, hebben we dit artikel gestructureerd rond de meest prangende vragen die facility managers in België zich stellen. De volgende inhoudsopgave geeft u een overzicht van de onderwerpen die we zullen behandelen.

Waarom is thuisladen met split-billing goedkoper voor uw bedrijf dan laden aan de snelweg?

Een van de grootste misvattingen is dat het bedrijf de kosten van publiek laden volledig moet dragen. Dit is niet alleen duur, maar ook onnodig. De strategie van split-billing, waarbij de werknemer thuis laadt en de kosten automatisch aan het bedrijf worden gefactureerd, is een gamechanger voor kostenbeheersing. De reden is simpel: de prijs per kilowattuur (kWh) is aanzienlijk lager thuis dan bij publieke laadstations, zeker langs de snelweg.

Het thuistarief van de werknemer, zelfs met de netkosten en taksen, is bijna altijd voordeliger. Publiek laden in België kost al snel tussen 35 tot 50 eurocent per kWh voor reguliere laadpunten. Moeten uw medewerkers echter beroep doen op snelladers (DC-laders) onderweg, dan kunnen de kosten exploderen. Zoals een analyse van de Belgische snellaadnetwerken aantoont, kan de prijs bij snelladen oplopen tot wel 1 euro per kWh. Hoe sneller de laadmogelijkheid, hoe hoger de prijs die u als werkgever uiteindelijk betaalt.

Door thuisladen met split-billing te faciliteren, stimuleert u het goedkoopste laadgedrag. Het bedrijf bespaart direct op de variabele laadkosten, terwijl de werknemer geniet van het comfort om elke ochtend met een volle batterij te vertrekken. Het is een win-winsituatie die de totale operationele kosten van uw elektrische vloot aanzienlijk verlaagt.

Hoe weet u of uw huidige elektriciteitsaansluiting 10 laadpalen aankan zonder te springen?

Dit is de meest kritische technische vraag die u zich moet stellen. Het installeren van 10 laadpalen zonder uw netaansluiting te evalueren, is als het bouwen van een huis zonder de fundering te controleren. De kans op overbelasting en stroomuitval is reëel, wat niet alleen de productiviteit schaadt maar ook kan leiden tot een dure en tijdrovende verzwaring van uw aansluiting bij de netbeheerder.

Een eerste inschatting kunt u zelf maken door te kijken naar het type en vermogen van uw hoofdaansluiting. De meeste kantoorgebouwen in België beschikken over een driefasige aansluiting. Het vermogen, uitgedrukt in kilovoltampère (kVA), bepaalt de limiet. Zonder slim beheer kan een standaard driefasige aansluiting van 27,6 kVA bijvoorbeeld slechts 4 tot 5 laadpalen tegelijkertijd aan. Dit is waar load balancing essentieel wordt. Deze technologie verdeelt het beschikbare vermogen intelligent over de actieve laadpalen, waardoor u met dezelfde aansluiting veel meer wagens kunt bedienen zonder de limiet te overschrijden.

Dit diagram illustreert het concept van een ‘load balancing’ systeem dat het vermogen intelligent verdeelt.

Technisch diagram van load balancing systeem voor meerdere laadpalen

De impact van load balancing is significant. Een systeem dat het verbruik dynamisch beheert, kan het aantal ondersteunde laadpalen op een bestaande aansluiting gemakkelijk verdubbelen of zelfs verdrievoudigen. Een gedetailleerde audit door een specialist is altijd nodig, maar de onderstaande tabel geeft u alvast een indicatie van de mogelijkheden.

Deze tabel, gebaseerd op een analyse van gangbare aansluitingen voor KMO-parkings, toont de impact van load balancing.

Vergelijking aansluitingsvermogen voor KMO-parkings
Aansluitingstype Vermogen Max aantal laadpalen (zonder load balancing) Max aantal laadpalen (met load balancing)
Monofasig 9,2 kVA 1-2 3-4
Driefasig klein 17,3 kVA 2-3 5-7
Driefasig standaard 27,6 kVA 4-5 8-10
Driefasig groot 56 kVA 8-10 15-20

Slimme laadpaal of domme paal: welke geeft recht op 200% fiscale aftrek?

De Belgische overheid stimuleert de installatie van laadinfrastructuur met aanzienlijke fiscale voordelen, maar hier schuilen belangrijke valkuilen. Enkel een slimme laadpaal geeft recht op de verhoogde kostenaftrek van 200% (voor investeringen tot 31 maart 2023) of 150% (voor investeringen tot 31 augustus 2024). Een ‘domme’ laadpaal, die enkel stroom levert zonder communicatiemogelijkheden, valt onder de standaard 100% aftrekbaarheid.

Wat maakt een laadpaal ‘slim’ in de ogen van de fiscus? Het gaat niet enkel om de technologie, maar om een reeks strikte voorwaarden. De belangrijkste voorwaarde is dat het laadstation publiek toegankelijk moet zijn. Dit betekent niet noodzakelijk 24/7. De toegankelijkheid moet gegarandeerd zijn tijdens de openings- of sluitingsuren van uw bedrijf. Een paal achter een gesloten hek buiten de kantooruren voldoet dus niet.

Daarnaast moet het laadstation aangemeld worden bij de FOD Financiën. Deze registratie is verplicht om de locatie en beschikbaarheid van de laadpaal publiek te maken. Een slimme laadpaal moet bovendien gekoppeld zijn aan een beheersysteem (CPO-platform) dat het laadverbruik en de betalingen kan beheren. De kosten voor de laadpaal zelf zijn onder deze voorwaarden fiscaal voordelig, maar zoals experts in laadpaalfiscaliteit benadrukken, geldt voor de laadpaal zelf (aankoop en installatie) een aftrek van 100%, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.

De keuze is dus niet louter technisch, maar vooral fiscaal-strategisch. De hogere aftrek voor publiek toegankelijke palen kan de meerkost van een slim systeem ruimschoots compenseren, maar enkel als u alle voorwaarden nauwgezet opvolgt.

De fout in het beheersysteem waardoor bezoekers gratis laden op uw kosten

Een geavanceerd beheersysteem (CPO-platform) is de ruggengraat van uw laadinfrastructuur. Het regelt de toegang, de verrekening van kosten en geeft u inzicht in het verbruik. Echter, een veelvoorkomende en kostbare fout is een verkeerde configuratie, waardoor laadsessies niet correct worden gefactureerd. Dit ‘lek’ kan ertoe leiden dat bezoekers, of zelfs onbekenden, maandenlang gratis laden op kosten van uw bedrijf.

Het risico zit vaak in de ‘standaardmodus’ van de laadpaal. Wat gebeurt er als een gebruiker zonder geldige laadpas of app de kabel inplugt? In een slecht geconfigureerd systeem kan de paal standaard overschakelen naar een ‘gratis laadsessie’. Dit geldt ook na een stroomonderbreking of een systeemherstart. Zonder proactieve monitoring kan dit operationele risico leiden tot een aanzienlijke, onverwachte stijging van uw energierekening.

Naast de financiële risico’s zijn er ook fysieke veiligheidsaspecten die aandacht verdienen. Zoals Bart Massin, oprichter van Stroohm, aangeeft in een onderzoek van Touring België, is de fysieke beveiliging van de laadpunten zelf een verantwoordelijkheid van de eigenaar.

De laadpalen zelf houden geen specifieke risico’s in, afgezien van mogelijke oververhitting tijdens het laden in geval van een defect. Maar de eigenaar van de parkeergarage moet bepaalde maatregelen nemen om te voorkomen dat voertuigen weer contact maken met de laadeenheden. Dit vereist de installatie van aanslagpunten op de grond, aanrijbeveiliging rond de laadpaal en plaatsing van de laadpaal op voldoende hoogte.

– Bart Massin, oprichter Stroohm, Touring België onderzoek naar laadpalen in parkeergarages

De integriteit van uw systeem, zowel softwarematig als fysiek, is dus van het grootste belang. Een grondige audit na de installatie is geen overbodige luxe, maar een noodzaak om financiële lekken en veiligheidsrisico’s te dichten.

Plan van aanpak: audit van uw laadpaalbeheer

  1. Toegangsprotocollen testen: Voer een laadsessie uit als ‘anonieme’ bezoeker zonder badge en verifieer dat de sessie ofwel geweigerd wordt, ofwel correct gefactureerd wordt via een betaalmethode.
  2. Gebruikersauthenticatie valideren: Gebruik een actieve werknemersbadge en controleer of de laadsessie correct wordt geregistreerd op de juiste gebruiker in het beheersysteem. Test ook met de badge van een ex-werknemer om te garanderen dat deze gedeactiveerd is.
  3. Standaardmodus na storing controleren: Simuleer een korte stroomonderbreking. Controleer of de laadpaal na het heropstarten terugvalt op de veilige, geautoriseerde modus en niet op een openbare ‘gratis laden’ modus.
  4. Beveiligingsinstellingen verifiëren: Controleer of limieten correct zijn ingesteld, zoals een maximale laadduur of een laaddrempel die het laden automatisch stopt, om misbruik te voorkomen.
  5. Dynamisch beheer testen: Controleer of het ‘load balancing’-systeem correct reageert wanneer meerdere wagens tegelijk laden en het beschikbare vermogen juist verdeelt zonder de hoofdschakelaar te overbelasten.

Wanneer moet u snelladers (DC) voorzien in plaats van gewone AC-laders?

De keuze tussen AC-laders (wisselstroom, ’traag’ laden) en DC-laders (gelijkstroom, ‘snel’ laden) is een strategische beslissing die afhangt van het gebruiksprofiel van uw parking. Voor de meeste kantoorgebouwen, waar wagens van medewerkers de hele dag geparkeerd staan, zijn AC-laders (11 kW of 22 kW) de meest kostenefficiënte oplossing. Ze zijn perfect in staat om een batterij gedurende een werkdag volledig op te laden.

DC-snelladers worden relevant in specifieke scenario’s. Denk aan parkings waar voertuigen een korte ’turnaround time’ hebben. Dit is typisch voor:

  • Bezoekersparkings waar klanten of partners slechts een uurtje blijven.
  • Bedrijfsvloten die snel weer de baan op moeten (bv. technici, koerierdiensten).
  • Als een premium service voor directieleden of belangrijke klanten.

De beslissing mag echter niet lichtzinnig genomen worden. De Total Cost of Ownership (TCO) van DC-laders ligt significant hoger. Dit komt niet alleen door de veel hogere aankoopprijs, maar ook door de complexere installatie (vaak een aparte, verzwaarde netaansluiting), hogere onderhoudskosten en duurdere verzekering.

Moderne AC en DC laadpalen naast elkaar op een bedrijfsparking

Een mix van beide kan de ideale oplossing zijn: een meerderheid van kostenefficiënte AC-laders voor dagelijks gebruik, aangevuld met één of twee DC-snelladers voor specifieke noden. De onderstaande TCO-vergelijking toont het aanzienlijke kostenverschil en benadrukt waarom de keuze weloverwogen moet zijn.

Deze vergelijking van de Total Cost of Ownership over 5 jaar, gebaseerd op data van een analyse van laadpaaltypes, illustreert het financiële plaatje.

TCO vergelijking AC vs DC laders over 5 jaar
Kostenpost 10x AC-laders (11kW) 2x DC-laders (50kW)
Initiële investering €25.000 €80.000
Jaarlijks onderhoud €2.000 €6.000
Verzekering (5 jaar) €3.500 €8.500
AREI-keuring (5 jaar) €1.500 €4.500
Totale TCO €42.000 €129.000

PHEV of elektrisch: wat is fiscaal de slimste keuze voor wie veel kilometers doet?

Voor werknemers die veel kilometers afleggen, was een Plug-in Hybrid Electric Vehicle (PHEV) lange tijd een populaire keuze. Het combineerde de voordelen van elektrisch rijden voor korte afstanden met de zekerheid van een verbrandingsmotor voor lange ritten. Fiscaal is het plaatje echter drastisch veranderd. Sinds 2023 heeft de Belgische overheid de ‘fake hybrids’ aangepakt, wat een grote impact heeft op de TCO.

De belangrijkste wijziging is dat de aftrekbaarheid van de brandstofkosten (benzine of diesel) voor PHEV’s aangekocht vanaf 1 januari 2023 beperkt is. Volgens de nieuwe Belgische wetgeving is er een maximum van 50% aftrek voor brandstofkosten voor plug-in hybrides. Dit maakt de wagen aanzienlijk duurder voor het bedrijf, vooral voor veelrijders die vaak op de verbrandingsmotor terugvallen. De kosten voor elektriciteit blijven wel 100% aftrekbaar.

Het doel van de wetgever is duidelijk: bestuurders van hybrides stimuleren om maximaal elektrisch te laden en te rijden. Voor nieuwe contracten is de boodschap helder: voor een werknemer die jaarlijks meer dan 30.000 km rijdt, is een volledig elektrische wagen (BEV) bijna altijd de fiscaal en economisch slimmere keuze. De hogere TCO van een PHEV door de beperkte brandstofaftrek weegt niet op tegen de voordelen.

Bovendien is dit slechts een tussenstap. Vanaf 2026 zal de fiscale aftrekbaarheid van de wagen zelf voor nieuw aangekochte PHEV’s jaarlijks dalen, net zoals bij klassieke brandstofwagens. Een BEV daarentegen behoudt zijn gunstige regime veel langer. De keuze voor een PHEV vandaag kan op termijn dus een dure beslissing blijken.

Wanneer schakelt u zware machines best in om te profiteren van dynamische tarieven?

Het concept van dynamische tarieven en het in België ingevoerde capaciteitstarief verandert de manier waarop bedrijven hun energieverbruik moeten beheren. Het capaciteitstarief bestraft hoge verbruikspieken. Wie gedurende een kwartier een zeer hoog vermogen van het net vraagt, betaalt daar een hogere netvergoeding voor, ongeacht het totale verbruik. Dit heeft grote gevolgen voor het opladen van elektrische wagens, wat een aanzienlijke piek kan veroorzaken.

De strategie is om het verbruik zoveel mogelijk te spreiden. Zware machines, zoals productielijnen, grote koelinstallaties of HVAC-systemen, kunt u best laten draaien op momenten dat de energievraag (en dus de prijs) laag is, bijvoorbeeld ’s nachts. Hetzelfde principe geldt voor het opladen van een vloot elektrische wagens. Zoals experts in slim laden opmerken, is gecontroleerd laden cruciaal. Dankzij een digitale meter en slimme laadpalen kan men het laden programmeren op momenten met een laag algemeen verbruik in het gebouw.

Door laadsessies van de bedrijfsvloot ’s nachts te plannen en overdag ‘load balancing’ toe te passen, vlakt u de verbruikspiek af. Dit heeft een direct positief effect op de factuur van het capaciteitstarief. De laadinfrastructuur wordt zo een integraal onderdeel van uw totale energiebeheer. De sleutel tot succes ligt in het implementeren van de juiste strategieën:

  • Lastenverdeling (Load Balancing): De stroom wordt gelijkmatig verdeeld over de verschillende laadpalen, afhankelijk van het aantal gebruikte aansluitingen en het totale beschikbare vermogen.
  • Gepland laden: Programmeer laadsessies om automatisch ’s nachts of tijdens de daluren te starten, wanneer de stroomprijzen en de belasting van het net het laagst zijn.
  • Monitoring: Volg het real-time verbruik en de pieken via uw digitale meter en CPO-beheersysteem om proactief bij te sturen.
  • Integratie met andere verbruikers: Stem het laden van wagens af op de cycli van andere zware machines in het gebouw.

In de toekomst kan zelfs Vehicle-to-Grid (V2G) een rol spelen, waarbij de batterijen van geparkeerde auto’s stroom terugleveren aan het gebouw tijdens piekmomenten, wat extra inkomsten kan genereren. Dit is echter nog toekomstmuziek voor de meeste bedrijven.

Essentiële aandachtspunten

  • Capaciteit eerst: Voer altijd een audit van uw elektrische aansluiting uit vóór de aankoop van laadpalen. Load balancing is geen optie, maar een noodzaak.
  • Fiscale discipline: Zorg ervoor dat uw ‘slimme’ laadpalen publiek toegankelijk zijn én geregistreerd bij de FOD Financiën om de verhoogde aftrek te garanderen.
  • Beheer is cruciaal: Een slecht geconfigureerd beheersysteem kan leiden tot aanzienlijke ‘stroomlekken’. Voer na installatie een grondige audit uit op de toegangs- en facturatieregels.

Hoe kiest u een bedrijfswagen die 100% aftrekbaar blijft na de wetswijzigingen?

De “vergroening van de mobiliteit” heeft de fiscale regels voor bedrijfswagens in België volledig hertekend. Voor facility managers die betrokken zijn bij het vlootbeheer, is het cruciaal om te weten welke keuzes toekomstbestendig zijn. De gouden regel is eenvoudig: enkel emissievrije wagens (volledig elektrisch of op waterstof) die vóór een bepaalde deadline worden aangekocht, behouden een gunstig fiscaal regime.

De belangrijkste deadline om te onthouden is 31 december 2026. Volgens een overzicht van de nieuwe regels blijft de 100% fiscale aftrekbaarheid voor elektrische bedrijfswagens gelden tot eind 2026. Voor wagens aangekocht vanaf 1 januari 2027 daalt deze aftrekbaarheid stapsgewijs, beginnend bij 95% in 2027 en verder afnemend in de jaren daarna.

Voor alle andere wagentypes (benzine, diesel, en zelfs PHEV’s) aangekocht na 1 juli 2023 is de aftrekbaarheid al degressief en zal deze tegen 2028 volledig uitdoven. De boodschap is dus duidelijk: om de TCO van uw vloot op lange termijn onder controle te houden, is de overstap naar volledig elektrische wagens de enige duurzame optie. Het goede nieuws is dat voor bestaande leasingcontracten van voor 1 juli 2023 de oude, voordeligere regels blijven gelden tot het einde van het contract. Er wordt dus niet retroactief ingegrepen.

De focus moet nu liggen op het plannen van de vlootvernieuwing met de deadline van eind 2026 in het achterhoofd. Elke niet-elektrische wagen die vandaag nog wordt besteld, heeft een ingebouwde fiscale einddatum. Een volledig elektrische wagen daarentegen garandeert nog jarenlang maximale fiscale voordelen en een lagere TCO.

De transitie naar een elektrische vloot is geen kwestie van ‘of’, maar van ‘wanneer’ en ‘hoe’. De volgende logische stap voor elke facility manager is het opstarten van een gedetailleerde TCO-analyse voor de eigen vloot en het uitvoeren van een technische audit van de parking. Wacht niet tot de vraag onhoudbaar wordt, maar neem vandaag proactief de controle over uw laadinfrastructuurproject.

Veelgestelde vragen over laadpalen voor bedrijven

Moet mijn laadpaal 24/7 toegankelijk zijn voor de fiscale aftrek?

Nee, dat is niet verplicht. Voor de verhoogde fiscale aftrek moet de elektrische laadpaal publiek toegankelijk zijn tijdens de openings- of sluitingsuren van uw zaak.

Moet ik mijn laadpaal registreren voor het fiscale voordeel?

Ja, voor de verhoogde aftrek moet u het laadstation registreren bij de FOD Financiën. Dit stelt hen in staat om de locatie en de beschikbaarheid van het laadstation te publiceren.

Blijft een elektrische auto na 2026 100% aftrekbaar?

Nee. Een elektrische auto die in 2025 of 2026 wordt aangekocht, is nog 100% fiscaal aftrekbaar. Voor wagens aangekocht vanaf 1 januari 2027 daalt de fiscale aftrekbaarheid naar 95% en neemt verder af in de daaropvolgende jaren.

Wat gebeurt er met bestaande leasingcontracten na de wetswijzigingen?

Voor bestaande contracten (afgesloten vóór 1 juli 2023) verandert er niets. De fiscale regels die golden op het moment van het afsluiten van het contract, blijven van toepassing tot het einde van de looptijd.

Hoe zit het met de aftrekbaarheid van de laadinfrastructuur zelf?

De kosten voor de aankoop, leasing of huur en de installatie van de laadpaal zijn in principe ook 100% aftrekbaar. Deze aftrekbaarheid blijft gelden tot 2030, wat een extra stimulans is om nu te investeren.

Wouter Van den Broeck, Burgerlijk Ingenieur Energie & Logistiek. Expert in supply chain optimalisatie, duurzame mobiliteit en industriële efficiëntie.